Van alle markten thuis: lokaal, authentiek én all-inclusive
Eindelijk, vakantie. Ga je voor een all-inclusive, dan ken je de vooroordelen vast wel. Een paar dagen zonnebaden, hamsteren van het buffet, een plons in het water, uitbuiken, wat drinken en dan is het tijd voor de lunch waarna de hele boel weer van voor begint. Misschien leg je tussendoor een kaartje, lees je een boek, praat je wat bij… Maar de grootste zorg is dat je aan beide kanten even bruin wordt en dat je maag constant gevuld is. Euh… Dat kan ook anders. Niet wat betreft het plonsen, bruin worden en dat boek, nee, dat doen we wel. Het pijnpunt zit ‘m in dat ‘hamsteren’. Als ik de afgelopen jaren van al dat reizen íets geleerd heb, dan is het wel dat je van een vakantie waarbij je jezelf volstopt met – soms lekker – eten en drinken, helemaal niet uitgerust terugkomt. Al lijkt het nog zo’n heerlijk vooruitzicht, het tegenovergestelde is eerder waar. Don’t shoot the messenger.
Gek op goed eten
Nee, laat ons maar op zoek gaan naar lokale gewoontes, zeker op het gebied van eten en drinken. Ingrediënten van de plaatselijke boeren, klaargemaakt volgens lokale gebruiken. Dat is, vrijwel altijd, de gezondste en de lekkerste optie. Goed eten, daar krijg je energie van en pas dan laad je tijdens een vakantie, hoe lang of kort ook, op. Nu hoor ik je denken… Jaja, dat zal allemaal wel, maar het één (die all-inclusive, relaxte, nergens meer aan denken-vakantie) valt niet te rijmen met nummer twee (lokaal, authentiek, gezond)… Toch? Mis! Want: that is where TUI BLUE comes in. Puur, authentiek en gezond. Met vestigingen in zonnige oorden, wereldwijd.
Wij verbleven in de Portugese Algarve bij TUI BLUE Falésia en verbaasden ons vooral over het eten. Om bij het begin te beginnen: in het hoofdrestaurant is het menu weliswaar buffetstijl, maar de plek is niet te vergelijken. Hier tafel je namelijk bij BLUE Taste. Pardon? Mais oui. Dat staat voor: ‘nondeju, hier is het lekker!’ Mag ik dat zeggen? Ja hoor, dat mag ik zeggen. Tijdens mijn (travel)‘carrière’ heb ik namelijk bij behoorlijk wat buffetjes aangeschoven. En toch was BLUE Taste een nieuwe ervaring.
Lokaal & authentiek
Het is echt waar: het buffet waar we een paar dagen van mochten eten en drinken was het beste dat ik heb mogen meemaken. We proefden écht de gezonde, authentieke en lokale keuken waar Portugal bekend om staat (en waar we zo verzot op zijn). Gebakken vis, smakelijke pasta’s en brood nog warm uit de oven. Typische gerechten die je alleen in Portugal eet zoals de befaamde cataplana (varkensvlees, vis en zeevruchten gestoomd in een koperen pot) en ook gamba’s piri piri, sardines, vijgen en bolinhos de amendoa (amandelcake). En: alles elke dag anders waardoor we na een kleine week op het oord nog lang niet ‘klaar’ waren.
De producten komen rechtstreeks van lokale boeren en plaatselijke markten. Sterker nog: twee keer per week staat er in het hotel een klein marktkraam waar je een aantal ingrediënten voor thuis koopt. Ook viel het op dat ze inspelen op het aantal gasten. Op zondag, uitcheckdag, is het vaak minder druk en halveren ze het buffet. En er staan chefs die op aanvraag je maal bereiden: gebakken aardappels, een pannenkoek, gamba’s of wat er die dag ook maar op het menu staat. Dat is niet alleen vers en overheerlijk, het scheelt ook onnodige verspilling. Win-win noemen we dat.
Het houdt niet op
Mag ik nog even verder kletsen? Over de wijnen bijvoorbeeld? Die van het huis (inclusief in je all-inclusive) zijn heerlijk, maar wie wat te kiezen wil, duikt het wijnmenu in. Wij waren verzot op een lokale droge witte wijn en bestelden voor een paar euro extra zo nu en dan een flesje. Wordt je niet blut van, is wel een feest. Over feest gesproken: reserveer tijdens je verblijf een tafel bij het à la carte-restaurant. Hier schuif je aan voor een potje fine dining. De flessen Ruinart (mijn persoonlijke favoriet der Champagnes) staat koud en eenmaal aangeschoven, mag je kiezen uit vier gangen. Alles nog steeds all-inclusive, op die Ruinart en eventuele wijn van je keuze na. Een verrukkelijke soep, Portugese ‘tapas’ van het seizoen, kip, vis of een opvallend lekkere steak komen er op tafel. Alles even lekker, en alles van de markt in het nabijgelegen dorp Loulé.
De service is rap en correct en voor we het weten zijn we de allerlaatsten die naar buiten geveegd worden. Geeft niks: de gezellige bar is nog open – er zit zelfs een pianist te spelen – en de barman shaket er lustig op los. Dat 1 op 1 shaken gebeurt overigens overdag ook in het poolcafé waar de hele dag door een kleine, goede selectie aan bites klaarstaat. Van een hartige mini burger tot een zoete muffin, en een barman die maar een paar uur nodig heeft om zijn pappenheimers te leren kennen. Kijk, dat is vakantie.